Nu wil ik het hebben over de toekomst van Europa die sociaal moet zijn.
We moeten aan opwaartse convergentie werken, en van de EU een plek maken waar het voor eenieder goed is om te leven. Dit doen we onder meer door fraude en sociale dumping aan te pakken. Dit is terecht een prioriteit van de Commissie Juncker. Al stel ik mij wel kritische vragen bij de manier waarop de Commissie deze sociale doelstelling wil bereiken.
Commissaris Thyssen zal vanmiddag bijvoorbeeld haar voorstel voor een Europese arbeidsautoriteit uit de doeken doen. Dit nieuw Europees agentschap zou het ontbrekende puzzelstukje moeten zijn volgens Thyssen in de strijd tegen sociale fraude. Ik wil echter benadrukken dat we ons goed moeten beraden over de toegevoegde waarde van nieuwe organen. Hebben we die autoriteit wel echt nodig? Voegt ze echt iets toe dat lidstaten zelf niet kunnen? Waarom schaffen we bijvoorbeeld het nog recentelijk opgerichte Platform tegen Zwartwerk af, om het te vervangen door de autoriteit? Het creëren van dure Europese organen mag alleszins geen doel op zich zijn!
En het doel van de autoriteit mag evenmin zijn zich in de plaats van de lidstaten te gaan stellen. Ook al is dit vandaag misschien nog niet de openlijke ambitie, ik stel mij vragen over hoe deze Europese Arbeidsautoriteit verder in haar rol zal ‘groeien’. Haar naam en permanente karakter wijzen in ieder geval op verdere toekomstplannen. Ik denk dat we zeer behoedzaam moeten zijn voor een sluipende bevoegdheidsuitbreiding, waarbij de Unie beetje bij beetje de bevoegdheden van de lidstaten gaat uithollen.
Als vandaag een rookgordijn van goede bedoelingen wordt opgetrokken maar de ware doelstelling is om een Europese sociale inspectie op te zetten, dan betreur ik dit manoeuvre. Ik herhaal dat de toekomst van Europa sociaal moet zijn, maar voeg toe dat Europa geen toekomst heeft zonder het respect voor en van haar lidstaten.