Helga’s tussenkomst in de Commissie Werkgelegenheid en Sociale Zaken van 28.11.2017: “Herziening sociale zekerheidsverordening“

2018-02-08T17:28:33+00:00November 28th, 2017|
NVA

Allereerst wil ik de rapporteur bedanken voor zijn vele werk op dit moeilijke en uiterst belangrijke dossier.

Ik ben het met hem eens dat digitalisering kansen biedt die we moeten benutten.

Ook steun ik zijn inspanningen in de strijd tegen sociale dumping. De fraude met A1-documenten is een echte plaag geworden, en de bestaande dialoog- en consultatieprocedure volstaat totaal niet. Lidstaten moeten beter en sneller samenwerken, en het kan niet langer dat lidstaten frauduleuze A1-documenten moeten aanvaarden. Verder blijf ik ijveren voor een inkorting van de fameuze twee jaar gedurende dewelke gedetacheerde werknemers hun sociale zekerheidsbijdragen in hun thuisland betalen. In Vlaanderen, waarvan ik afkomstig ben, verliezen werknemers zo de concurrentieslag; niet omdat ze minder goed zouden zijn maar gewoon omdat ze veel duurder zijn. Een periode van twee jaar is bijvoorbeeld in de bouwsector echt veel te lang, en heeft er nog maar weinig met detachering te maken. Het draagvlak voor de interne markt wordt op die manier ondermijnd, en dat moeten we absoluut vermijden!

Want laat ik duidelijk zijn: het vrij verkeer is een hoeksteen van de Europese Unie, en heeft de hele EU welvaart gebracht. We moeten die interne markt dan ook verdedigen en vrijwaren. MAAR daarvoor is wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten nodig. We kunnen niet ontkennen dat dit vertrouwen vandaag soms zoek is, met Brexit als het meest duidelijke en spijtige voorbeeld. Ik ben ervan overtuigd dat de hervorming van de sociale zekerheidscoördinatieregels een belangrijk stap kan én moet zijn in het versterken en herstellen van dit vertrouwen.

Ik stel tevreden vast dat de Commissie stappen wil zetten om het sociale zekerheidstoerisme aan te pakken. Welvaartstoerisme kost handenvol geld, en is een doorn in het oog van wie wel belastingen betaalt. Ook brengt het de houdbaarheid van de sociale zekerheidsstelsels in gevaar. Sociale rechten moet je opbouwen, en zijn niet zomaar een cadeautje wanneer je de grens oversteekt. Ik steun dan ook het voorstel van de Commissie dat je minimum drie maanden in de lidstaat van ontvangst moet hebben gewerkt, alvorens je er een werkloosheidsuitkering krijgt. Na 1 maand heb je volgens mij nog onvoldoende een band met de arbeidsmarkt van de ontvangende lidstaat of die lidstaat zelf. Ook ben ik voorstander van de codificatie van de rechtspraak van het Hof wat betreft economisch niet-actieve burgers. In diezelfde lijn betreur ik dan weer dat de indexering van de kinderbijslag niet langer tot de voorstellen behoort. Verder moeten we ons de vraag durven stellen of de verlenging van de exporteerbaarheid van werkloosheidsuitkeringen effectief meer mensen aan een job zal helpen. Ik betwijfel dit, en stel mij ook vragen bij de controle.

Tot slot denk ik niet dat het een goed idee is om nu al in deze verordening een voorafname te maken op een Europese arbeidsautoriteit of een Europese sociale zekerheidskaart. Dit is volgens mij echt prematuur en ik kan dit dan ook niet steunen.

Ik kijk er naar uit om samen met de rapporteur aan een duidelijke tekst te werken, zonder achterpoortjes of tekstuele verwarringen. Een verordening moet duidelijk zijn, en geen ruimte laten voor verkeerde interpretaties, fraude of misbruik. Dit is de verantwoordelijkheid die we als wetgever moeten nemen, en ik ben bereid hier hard voor te werken.