Helga’s tussenkomst in plenaire vergadering van 11.05.2016 m.b.t. agendapunt “De vorderingen van Turkije bij het voldoen aan de vereisten van het stappenplan voor visumliberalisering (debat)”

2018-02-08T18:52:31+00:00May 11th, 2016|
NVA

Visumliberalisering voor Turkse reizigers betekent niet dat wij zomaar onze waarden te grabbel moeten gooien.  Eerst moet Turkije aan alle 72 voorwaarden voor visumliberalisering voldoen, zoals aanpassing van Turkse anti-terreurregelgeving en het nemen van maatregelen ter bestrijding van corruptie en fraude. En borg staan voor persvrijheid en vrijheid van meningsuiting.

“De Europese Commissie wil vanaf juni visumvrij reizen toelaten aan tachtig miljoen Turkse burgers. Dit is echt onbegrijpelijk. Het asielakkoord met Turkije voorziet klaar en duidelijk dat er geen speciale visumvoorwaarden komen voor Turkije. De Commissie erkent zélf dat Turkije niet voldoet aan alle 72 voorwaarden, maar wil dit er mordicus toch door krijgen.

Maar Turkije komt haar deel van de afspraken niet na. Zo heeft Turkije nog steeds geen werk gemaakt van de gevraagde anti-terreurregelgeving en de anti-corruptiemaatregelen. Zeker in deze tijden van terreurdreiging, inbeslagnames van kritische kranten en de willekeurige arrestaties van journalisten zijn dat geen futiliteiten. Het volstaat te verwijzen naar de krant Zaman, de Duitse stand-up comedian Jan Böhmermann en de Nederlands-Turkse journaliste Ebru Umar.

In plaats van zoete broodjes te bakken met Erdogan, zou de Europese Commissie Turkije beter streng wijzen op hun falend en steeds slechter wordend beleid op het vlak van onder meer vrijheid van meningsuiting. Geen twee maten en twee gewichten, aub!

Mag ik nog even in herinnering brengen dat de voorwaarden voor Turkije extra streng dienen ingevuld te worden, nu zij een kandidaat-lidstaat is? Wij moeten als Parlementsleden niet meewerken aan de uitverkoop van Europese waarden. Wat mij betreft zou hier eigenlijk géén inhoudelijk debat gevoerd mogen worden, zolang Turkije niet aan alle visumvoorwaarden heeft voldaan. Ik voel hier plaatsvervangende schaamte over de onderdanige houding van de Commissie ten opzichte van een dictator.”